Het zwangerschapsverlof waar de werknemer recht op heeft bestaat uit een periode van 6 weken. De start van het zwangerschapsverlof wordt berekend door 6 weken terug te tellen vanaf de dag na de uitgerekende bevallingsdatum.
Uiterlijk 4 weken voor de dag na de uitgerekende bevallingsdatum dient de werknemer het zwangerschapsverlof op te nemen. Het is mogelijk om alle resterende dagen die de werknemer minder dan 6 weken aan zwangerschapsverlof opneemt, automatisch bij te rekenen bij het bevallingsverlof. Gaat de werknemer 4 weken voor de dag na de uitgerekende bevallingsdatum met zwangerschapsverlof, dan mogen de resterende 2 weken worden opgeteld bij het bevallingsverlof. Wanneer het voorkomt dat het kind later dan de uitgerekende bevallingsdatum geboren wordt, heeft dit geen verdere impact op het resterende zwangerschapsverlof en kan dit alsnog worden opgeteld bij het bevallingsverlof.